Steenderen
Bronckhorst heeft 5 gemeentelijke begraafplaatsen. Die vindt u in Hengelo, Steenderen, Zelhem, Vorden en Wichmond. Daarnaast is er een aantal bijzondere begraafplaatsen.
Bronckhorst heeft 5 gemeentelijke begraafplaatsen. Die vindt u in Hengelo, Steenderen, Zelhem, Vorden en Wichmond. Daarnaast is er een aantal bijzondere begraafplaatsen.
De begraafplaats van Steenderen bestaat uit een oud en een nieuw gedeelte, van elkaar gescheiden door een haag. Deze relatief kleine begraafplaats heeft een bijzondere sfeer door de oude beuken bij de ingang. Ook pronkt er aan het eind van het oude deel een grote oude treurbeuk. Het nieuwe gedeelte is strak ingericht. De graven zijn van elkaar gescheiden door taxushagen.
Mogelijkheden na crematie
Het is mogelijk de as te verstrooien op een strooiveld of bij te zetten in een urnengraf of particulier graf.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het zuid-westelijk deel van de begraafplaats opnieuw ingericht mede i.v.m. de inrichting van een aantal oorlogsgraven.
De begraafplaats in Steenderen is in 1988 aangewezen als gemeentelijk monument. Beschermd zijn: de begraafplaats, omzoomd door een oude beukenhaag; het lijkenhuisje; de treurbeuk; gedenkteken schrijver J.F. Oltmans; twee beuken en linde bij de entree aan de zuidzijde.
De ornamentiek is veelal sober en eenvoudig. Als er motieven voorkomen blijft dit beperkt tot eenvoudige symbolen als palmtakken (overwinning op de dood), klimop (door de groenblijvende bladeren symbool van onvergankelijkheid en eeuwig leven) of sterren (door de naar boven en beneden gerichte punten verbinding van hemel en aarde).
Het kerkgebouw werd op 16 augustus 1864 in gebruik genomen, als bijkerk van de parochie Baak, maar voor alle begrafenissen moest men in die tijd naar Baak. Ook in de begintijd als zelfstandige parochie. Op 23 mei 1867 werd van de aartsbisschop een machtiging ontvangen om een kerkhof te mogen aanleggen op het stuk land gelegen achter de kerk. In de loop van 1867 startten de werkzaamheden. Het egaliseren en het geschikt maken van de grond werd gedaan door vrijwilligers, die met paard en wagen de benodigde grond aanvulden. Op 3 september 1868 werd het kerkhof door de pastoor ingewijd. En er werd een ‘baar of lijkenhuisje’ gebouwd. Hier werden de overledenen opgebaard omdat men toen met zekerheid pas na 36 uur kon zeggen of de dood was ingetreden. Ook werden hier personen, die getroffen waren door een besmettelijke ziekte, opgebaard. Meestal werd de ruimte gebruikt voor opslag van materieel. De eerste begrafenis vond, volgens de gemeentelijst, plaats op 19 januari in 1868. De overledene was Aleida Johanna Steintjes, oud 10 maanden, aldus dit register. Volgens het ‘Liber Defunctorum’ of ‘Dodenboek’, het register van de parochie, werd als eerste op 17 december 1867 Wilhelmina Klemans, oud 60 jaar, begraven al vóór de inzegening.
In 1891 stelde het kerkbestuur een reglement op voor het kerkhof. Dit was het gevolg van het kopen van enkele graven door de fam. Wessels uit Bronkhorst. Deken J.M. van Oppenraaij gaf te kennen, dat het kerkhof niet aan de kerkelijke regels voldeed en daarom stelde het bestuur voor om het kerkhof bij deze gelegenheid aan te passen. Een plaats voor de priestergraven was er niet. Ook was er geen plaats voor de ongedoopte kinderen en voor hen die een kerkelijke begrafenis onwaardig waren. Daarnaast was, volgens de voorschriften van de kerk, dit gedeelte van de begraafplaats niet door een sloot, muur of heg van het gewijde terrein afgescheiden.
In de winter van 1891 is met het werk begonnen. De heg tussen de kerk en het kerkhof werd verplaatst, naar achteren op het kerkhof naast het lijkenhuisje, om een ongewijde plaats te verkrijgen. Het hekwerk, dat in het middenpad stond, werd geplaatst naast de kerk om het kerkhof te kunnen afsluiten. Langs de heg, rond het hele kerkhof, werd een smal pad gemaakt. En de verschillende klassen werden met bredere paden afgetekend. Bij de ingang kwamen de graven voor ‘onvermogenden’ en een stukje voor de kindergraven. Dit werd gedaan volgens een notitie van de pastoor: ’Dat armen en kinderen de uitverkorene vrienden van Jezus, hunne rustplaats kregen, het dichts bij de kerk, de woonplaats van hunner Goddelijke Vriend’.
In 1976 en 1995 is het kerkhof vergroot door vele vrijwilligers. Om subsidie te verkrijgen werd de Stichting Begraafplaats Steenderen opgericht. Deze stichting exploiteert en onderhoudt de begraafplaats sinds die tijd met vele vrijwilligers. Op zaterdag 20 mei 1995 werd na de kerkdienst het urnenveld ingezegend.
Een van de regels bij RK begraafplaatsen, tot het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw, was dat doodgeboren kinderen of kinderen die na de geboorte, zonder gedoopt te zijn, overleden en personen die zelfdoding gepleegd hadden, niet in gewijde grond begraven mochten worden, zo ook hier. Deze kinderen en volwassenen werden op het gedeelte begraven achter de heg op de kop van de begraafplaats, die diende als scheiding tussen het gewijde en het ongewijde gedeelte. Deze graven waren gelijk met het maaiveld en er mochten ook geen gedenktekens of een naam op geplaatst worden. Mede daardoor was bijna niet zichtbaar dat hier kinderen of volwassenen begraven waren. Het toegangspad naar de begraafplaats was aan de linkerzijde naast de kerk. Deze overledenen mochten niet over de begraafplaats en daarom werd de overledene via de rechterzijde langs het kerkhof naar dat gedeelte gebracht.
Na het aanhoren van Diny Wolbrink, die van haar moeder had gehoord dat een zusje van haar achter de ‘heg’ begraven was, heeft Maria Schotman in 1997 het initiatief genomen om een monument op te richten ter gedachtenis aan al die overledenen die daar begraven zijn. Het monument staat op de grens van het oude en het uitgebreide gedeelte. Het stille verdriet over de onvindbaren en een pijnlijke kerkelijke ziens- en handelswijze van toen, kreeg zo een plaats. Dit initiatief in Steenderen is op tal van RK begraafplaatsen in heel Nederland nagevolgd.
Meer over Steenderen
Steenderen is een plaats in de gemeente Bronckhorst in de Achterhoek in de Nederlandse provincie Gelderland.
Het heeft ruim 2000 inwoners en een kleine 2400 inclusief de buitengebieden. Steenderen is vooral bekend omdat hier de fabrieken van Aviko en een kaasfabriek van FrieslandCampina staan.
Tot 1 januari 2005 was Steenderen een zelfstandige gemeente, die behalve Steenderen zelf de plaatsen Baak, Olburgen, Toldijk, Bronkhorst en Rha omvatte. Ten gevolge van een gemeentelijke herindeling in dat jaar werd Steenderen samengevoegd met de buurgemeenten Hummelo en Keppel, Vorden, Zelhem en Hengelo tot de gemeente Bronckhorst.
Even buiten het dorp staat langs de Spaensweertweg de Bronkhorster Molen, een korenmolen uit 1844.
Even buiten het dorp staat langs de Spaensweertweg de Bronkhorster Molen, een korenmolen uit 1844.
Tot 1844 stond op deze plaats een standerdmolen die in de nacht van 17 op 18 mei dat jaar afbrandde. De heren van Bronkhorst hadden tot 1795 het recht op gebruik van de wind. De inwoners van Bronkhorst waren verplicht hun koren in hun dwangmolen te laten malen.
Het kruiwerk in de kap van de molen is voorzien van een Engels kruiwerk en wordt gekruid met een kruihaspel. Het luiwerk bestaat uit een sleepluiwerk.
De Bronkhorster Molen is maalvaardig, ze wordt beheerd door vrijwillige molenaars.
Elke zaterdag is het interieur te bezichtigen. Er is een wandelroute beschikbaar, die vanaf de molen rond het stadje Bronkhorst leidt. Een fietsroute, de Twee-Molen-Route, met vertrek en aankomst bij de Bronkhorster Molen, gaat langs Molen de Hoop op Rha, die tweewekelijks open is voor bezichtiging.
Openingstijden van de Bronkhorster Molen
Elke zaterdag
Mrt – sep: 10.00-17.00
okt – feb: 10.00-15.30
De molen is ook op afspraak geopend.
In 1922 gebouwd door Architectenbureau Gratama en Versteeg. Dit Trafohuisje is een Rijksmonument en staat aan Bronckhorsterweg 2 te Steenderen.
Genoemd architectenbureau is vooral bekend door de ontwerpen van woonwijken in Amsterdam (Watergraafsmeer en Transvaalbuurt) en Arnhem (Pontanuslaan/Nicolaïlaan en het Goeman Borgesiusplein).
Gerrit Versteeg was waarschijnlijk vanaf 1916 verantwoordelijk voor het ontwerp van een aantal trafohuisjes in opdracht van de PGEM (o.a. Aerdt, Ellecom, Keyenborg en Kesteren). In dit geval gaat het om het type ‘G4L’.
Aan de Rhabergseweg te Rha
De oude Beltkorenmolen “De Hoop” te Rha, bij Steenderen is een Rijksmonument, dat in 1856 door dhr. A. Reuling werd gebouwd.
Lange tijd verkeerde de molen in zeer slechte staat. Al sinds 1963 draaiden de wieken niet meer en pogingen om de molen te restaureren liepen op niets uit. Gelukkig brachten Ted en Harry Hofman, sinds 1995 de nieuwe eigenaren, hier verandering in. Hoe dit prachtige Rijksmonument gerestaureerd is kunt u bekijken op de website van de molen.
Openingstijden van Molen “De Hoop” te Rha
De molen is geopend voor bezichtiging en rondleiding de 1e en 3e zaterdag van de maand van 10.00 uur tot 16.00 uur. Voor bezichtiging en rondleiding buiten deze openingsdagen, kan een afspraak worden gemaakt.
Ook voor groepen, bijvoorbeeld een personeels- of familiedag, bestaat de mogelijkheid om buiten de openingstijden de molen te bezoeken. Ook hiervoor kunt u een afspraak maken.
Men is te bereiken op de volgende manieren:
Naast de vijf algemene begraafplaatsen zijn er in Bronckhorst een aantal bijzondere begraafplaatsen. De Joodse begraafplaatsen vallen onder het beheer van de gemeente, de overigen niet.