Nieuwe begraafplaats Lochem
In het archief van de gemeente Lochem is terug te vinden dat in de raadsvergadering van 30 januari 1929 ‘zonder hoofdelijke stemming is besloten tot de aanleg van een nieuwe begraafplaats op een aan de gemeente toebehorend terrein, gelegen langs den Zutphense- weg, kadastraal bekend gemeente Lochem sectie D nr. 617, 618, 619 en 620, overeenkomstig het plan ontworpen door den tuinarchitect Poortman te Diepenheim”. Verder vermelden de notulen van dezelfde raadsvergadering van 30 januari 1929 dat de heer Poortman ook advies heeft uitgebracht over een spreekkapel. Hierover zal nog in een besloten vergadering beslist worden. In het plan wordt gesproken over twee uitwegen, als op- en afrit te maken ter breedte van achttien meter, met als doel het voorkomen van verkeershinder voor het verkeer van de begraafplaats naar de Rijksweg. Men kreeg hiervoor toestemming op 8 augustus 1929.
Deze twee uitwegen liggen nu verscholen achter een lange, dubbele haag van bloeiende rododendrons en leiden naar de ingang van de begraafplaats. Een rietgedekt stenen poortgebouwtje, dat uit twee gedeelten bestaat, met in het midden een toegangshek in Art Deco, met daarop de tekst: Pax Ex Euntibus, wat Vrede met hen die zijn heengegaan betekent, en zes gestileerde gedoofde en brandende fakkels, de dood en de wederopstanding voorstellend.
Na binnenkomst bevindt zich aan de rechterkant een piramide in keien uitgevoerd met daarvoor een waterbron. De begraafplaats is aangelegd in een ooit bestaand bosgedeelte met alleen dennen, waarin later bij aanleg van de begraafplaats in 1931 naaldbomen, zoals douglassparren, pijnbomen, tsugas, piceas omosikas, picea abies en abies concolor en vele rododendrons zijn bijgeplant. Met op de hoofdas wederom een pad met aan weerszijden hagen van in mei en juni bloeiende rododendrons, dat eindigt in een rondeel van rododendrons met daarvoor een brede achttiende-eeuwse waterbak van Bentheimer zandsteen. Boven de waterbak een stenen plaquette met de woorden: Keert stof tot stof. De ziel derft d’Eeuwigheid A.C.W. Staring.
Nieuwe begraafplaats Lochem heeft aula in poortgebouw
In de aula van het poortgebouwtje zijn vier glas-in-lood ramen vol met gebrandschilderde rouw- en grafsymbolen :
- De zandloper als symbool dat het leven eindig is. De omkeerbaarheid van de zandloper, die in de christelijke traditie gezien wordt als het nieuwe leven na de opstanding.
- Het kruis in een stralenkrans, dat de dag van de wederopstanding symboliseert.
- Een glas-in-lood raam met een vlinder. De vlinder heeft meerdere symbolische betekenissen, zowel algemene als christelijke. Als algemeen symbool staat de vlinder voor de kortstondigheid van het leven. Dit vanwege zijn teerheid en korte levensduur. Voor christenen is de dood een overgang naar een beter leven. Bij het sterven ontstijgt de ziel van de mens haar stoffelijk omhulsel, zoals een vlinder haar pop. De drie stadia die een vlinder doorloopt (eitje, rups, vlinder), symboliseren het leven, de dood en de opstanding.
- In eigen staart bijtende slang (ouroboros) met in het midden een achtpuntige geboortester, die de oneindige kringloop van het leven voorstelt. En aan de onderkant van deze ramen: een oog gevat in de vorm van een ruit als symbool van het Alziende Oog van God, dat waakt over de mensheid. In de bovenlichten van twee deuren de vier puntige geboorte ster, in de oudheid het symbool van welslagen en gezondheid. Deze glas-in-loodramen, in Art Deco, zijn waarschijnlijk ontworpen door iemand die de grafsymboliek heel goed kende.