Joodse begraafplaats Zutphen
De Joodse begraafplaats Zutphen is nog steeds in gebruik. Vroeger lag deze begraafplaats net buiten de stad. Namelijk aan de Weg naar Vierakker. Ze ligt in een gebied met oude rivierduinen dat al honderden jaren de Hogewest wordt genoemd. Tegenwoordig is de begraafplaats een rijksmonument.
Nadat in de middeleeuwen alle Joden in de stad waren vermoord of weggejaagd omdat men dacht dat ze schuld hadden aan de toen heersende pestepidemie woonden er eeuwenlang geen Joden meer in Zutphen. Tot de burgerlijke gelijkstelling in 1796 waren Joden in Zutphen alleen welkom als koopman op de jaarmarkten. Na dat jaar groeide de Joodse gemeenschap snel. Een eerste kleine synagoge werd al in 1797 ingericht en in hetzelfde jaar pachtte men van de gemeente een stuk grond waar een Israëlitische begraafplaats kon worden ingericht.
Geschiedenis van Joodse begraafplaats Zutphen
Honderd jaar later was de dodenakker te klein geworden, maar kon in 1896 worden uitgebreid. Het huidige metaheerhuis (reinigingshuis) werd gebouwd, de grond was inmiddels eigendom van de joodse gemeente. In de Tweede Wereldoorlog werden door de Duitse bezettingstroepen op en bij de begraafplaats bunkers en loopgraven aangelegd. Een aantal graven werd hierdoor vernield. In 1944 richtten NSB’ers vernielingen aan en een groot aantal grafstenen werd zelfs meegenomen.
Bij de ingang van het reinigingshuis staat op de muur in het Hebreeuws en het Nederlands de tekst:
HET STOF KEERT TOT DE AARDE TERUG WAARUIT HET KWAM EN DE GEEST KEERT TOT GOD WEDER DIE HEM GEGEVEN HEEFT Prediker XII Vers 7
In 1949 werd een gedenkteken opgericht ter nagedachtenis aan de vele gedeporteerde en vermoorde Zutphense Joden. De begraafplaats is geadopteerd door de Kennedyschool, ieder jaar op 4 mei komen kinderen bloemen leggen. De burgerlijke gemeente heeft zich verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud met behulp van vrijwilligers